.png)
“Waarom vraag je mensen zoals ik niet om iets te testen” daagde Eva ons uit. “Dan zie je zelf waarom iets wél of niet handig is".
Ze gaf een voorbeeld van haar routeplanner die prima met voice te besturen is. Totdat je wilt wisselen van route, dan moet je ineens het scherm aanraken. Dat is niet alleen voor Eva onhandig, maar ook voor iedereen die twee handen aan het stuur heeft.
Het publiek kreeg de ruimte om vragen te stellen. Wat vindt Eva bijvoorbeeld van een chatbot? "Handig, maar niet als je tussendoor dan steeds weer ergens op een knopje moet drukken". Voor Eva lukt dat wel, maar ook als je het fysiek wel kunt, dan kan het irritant zijn. Eva laat zien hoe ze wisselt tussen lezen, met haar telefoon op een afstandje, en bedienen met haar kin of neus op het scherm. Elke keer dat er iets aangeklikt moet worden weer. Als je een gebruiker vraagt om een bepaalde handeling te doen, is dat dan wel echt nodig? Zo'n extra handeling is voor een gebruiker met een beperking belastend, maar eigenlijk is het natuurlijk voor elke gebruiker onwenselijk.
Daarna testten acht mensen met een handbeperking live verschillende websites. Door een spiegelmuur, eyetracker en camera’s keken ruim 30 bezoekers letterlijk mee over hun schouders. Van vingers missen tot pijnlijke gewrichten: dit waren échte gebruikers met échte uitdagingen. Wat volgde was een middag vol inzichten die iedere UX’er, developer of digitale strateeg zou moeten meenemen in zijn werk.
📢 Een paar interessante learnings:
1. Het probleem is niet de beperking – het is het ontwerp
Wie een handbeperking heeft, werkt anders. Is scrollen lastig, dan gebruik je de toetsen. Moeite met vasthouden? Dan ligt je telefoon plat op tafel. Maar het zijn niet de beperkingen die zorgen voor frustratie.
Het zijn designkeuzes die onbedoeld uitsluiten:
- Horizontaal scrollen = bijna onmogelijk
- Kleine klikvlakken = frustratie
- Lange pagina’s = vermoeiend
- Complexe toetscombinaties = sluit mensen met een beperking uit
- Multi-touch mag nooit de enige manier zijn om iets te bedienen
2. Gebruikers vinden hun eigen weg – als ontwerp dat toelaat
Wat opviel: de vindingrijkheid van de deelnemers. Ze gebruiken sneltoetsen in plaats van scrollen, vermijden moeilijke navigatie en stellen hun apparatuur zelf in op lagere muissnelheid of ergonomische rustmomenten.
Maar dat vraagt wél dat een interface hen die ruimte geeft. Wanneer jouw ontwerp rigide is, móéten mensen workarounds bedenken. En dat is precies wat inclusieve UX wil voorkomen.
In de WCAG richtlijnen voor inclusief ontwerp is een bepaling opgenomen die meerdere manieren heet. De gaat puur om navigatie en stelt "zorg dat gebruikers schermen in een app op meerdere manieren kunnen bereiken". Eigenlijk ze WCAG regel uitgebreid moeten worden.
Zorg dat elke interactie op meerdere manieren uitgevoerd kan worden. Scrollen met een bar, maar ook met een knopje. Zoomen met multi-touch en lang ingedrukt houden. Een veld intypen en inspreken. Meer is soms wel degelijk beter!
3. Kleine aanpassingen, groot verschil
Wat kunnen we doen als ontwerpers? Een eenvoudige verandering kan al een groot verschil maken.
Denk aan:
✅ Een 'terug naar boven'-knop
✅ Grotere klikvlakken
✅ Beperken van horizontale interactie
✅ Intypen van een datum mogelijk maken
✅ Voor elke interactiemogelijkheid ook een alternatief aanbieden
De echte boodschap? Betrek je gebruikers. Altijd.
Dit event liet zien: digitale toegankelijkheid is geen randvoorwaarde. Het zijn mensen van vlees en bloed die jouw product gebruiken. Of juist niet kunnen gebruiken.
Bij YourUX geloven we dat goed design begint bij luisteren. Daarom zetten we niet alleen data in, maar échte ervaringen. Zoals die van Eva. En de acht anderen die vrijdag met ons testten.
Maak jouw product inclusief – begin bij de gebruiker
Wil je een volgende keer meedenken, meedoen of meekijken? Schrijf je hier in voor onze mailings. We houden je graag op de hoogte.
